“Bruegel schilderde het boerenleven als een soort geperverteerd smurfendorp: een carnaval van processies, banketten, vechtpartijen en mannen met dophoedjes en kruisstukken die je eufemistisch gezegd opdringerig kunt noemen.”
“Zo’n kermis van Bruegel of vreetfestijn van Aertsen is uitzonderlijk in zijn ambachtelijkheid en inventiviteit (die van Aertsen trouwens iets minder uitzonderlijk dan die van Bruegel), maar gevoelsmatig staan ze niet zo heel ver af van de klucht. Of, nog moderner, van een jongeren- op-Chersonissos-realitysoap. We maken ons er vrolijk over, maar niet zonder herkenning. Soms zijn we zelf net zo.”